De tijd dat bedrijven vooral werden geselecteerd om hun gunstige arbeidsvoorwaarden is voorbij. Het klimaat en sociale impact is nu net zo belangrijk voor werknemers. Wie blijft vervuilen of met Rusland zakendoet, ziet zijn personeel weglopen en trekt nauwelijks nieuw talent aan, schrijft leiderschapsexpert Franka Rolvink Couzy.

Conscious quitting heet het fenomeen waarbij medewerkers het bedrijf verlaten omdat ze niet meer willen werken voor een baas die vooral het kortetermijnbelang van het bedrijf en de aandeelhouders dient, vaak zelfs ten koste van het klimaat en de maatschappij.

Zo kan het toch-niet-vertrek uit Rusland van Heineken, dat Follow the Money publiek maakte, de brouwer nog weleens duur komen te staan. Dat geldt ook voor de minder dan verwachte, soms zelfs beloofde, investeringen in de energietransitie door diverse oliebedrijven.

Conscious quitting: werknemers stappen op

De werknemers, toch een van de belangrijkste activa die een organisatie heeft, krabben zich namelijk achter de oren en stappen op.

Uit de Net Positive Employee Barometerdie onder leiding van voormalig Unilever-baas Paul Polman tot stand kwam, blijkt dat liefst 50 procent zijn baan opzegt als de baas niet ambitieus genoeg is op het gebied van klimaat en matige sociale en ethische normen erop nahoudt. Van de leeftijdscategorie generatie Z tot millennials heeft meer dan 45 procent zijn bedrijf al vaker ‘gecanceld’, zoals dat heet.

Deze uitkomst zou leiders in de top van het bedrijfsleven in opperste paraatheid moeten brengen, stelt Polman. Hij baseert zich op een enquête onder liefst 4.000 werknemers in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

Uit een kleine Nederlandse steekproef op Linkedin komt hetzelfde beeld. Daarin geeft 37 procent aan weg te gaan of zelfs al te zijn opgestapt als de baas het niet zo nauw neemt met de zogeheten ESG-normen, dat staat voor environmental, social en governance. Bijna 50 procent trekt de deur direct achter zich dicht als de top het ‘te bont maakt’.

Bewust kiezen voor duurzame werkgevers

Dit stemmen met de voeten is nieuw. Sterker, de AEX-genoteerde bedrijven waar nu twijfels bij worden geplaatst, waren tot een paar jaar geleden nog bijzonder populair bij net afgestudeerden. Zij hoefden toen alleen technologiebedrijven als Google en Bol.com voor zich te dulden, niet zelden omdat daar de lunch gratis was en de pingpongtafel elk moment van de dag kon worden gebruikt.

Tegenwoordig staan de bedrijven die een gezond en ambitieus ESG-beleid voeren bovenaan de lijst van aantrekkelijkste werkgevers. En dan maakt het niet uit of een ceo roept toch echt van plan te zijn uit Rusland te vertrekken, zoals bij Heineken. Het gaat om de ambitie die wordt ervaren.

Toegegeven, geld en autonomie zijn, zo blijkt uit andere onderzoeken, ook nog altijd belangrijk om voor een nieuwe werkgever te kiezen. Maar gunstige arbeidsvoorwaarden zijn niet meer voor iedereen doorslaggevend, zeker niet voor medewerkers die toch al goed verdienen.

Zodra de basisbehoefte is vervuld, wordt al snel breder gekeken, naar de bovenkant van de Maslow-piramide, waarin het gaat om erkenning, respect voor anderen, moraliteit en het accepteren van de werkelijkheid. Bovendien is er een krappe arbeidsmarkt, dus de werknemer heeft voldoende keuze. Hoe fijn is het dan om op een verjaardagsfeest te zeggen dat je bij een duurzaam bedrijf werkt.

Open-minded houding maakt het verschil

Nu is de te krappe arbeidsmarkt voor senior managers hoofdpijndossier nummer één, zo blijkt uit de COEN-enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Focussen op ESG is dus een uitgelezen kans daar iets aan te doen. Door het bedrijfsbeleid op te tuigen vanuit de brede welvaart en verder te kijken dan de winst per aandeel, zullen ze aantrekkelijker zijn op de arbeidsmarkt.

Dat lijkt zo eenvoudig, toch gebeurt het te weinig. Te vaak omdat de leiders denken het gelijk aan hun zijde te hebben, en beweren best veel in de energietransitie te investeren, om maar iets te noemen.

Het antwoord is een open-minded houding. Ruimdenkende mensen zijn namelijk beter voorbereid om op een hoger niveau te communiceren, blijkt uit het Noorse onderzoek Open-mindedness and adaptive business style.

Weerstand en kwetsbaarheid opzoeken

Wanneer het senior management open-minded is, zullen meer mensen in de organisatie nieuwe kennis inbrengen, wat kan bijdragen aan een bredere blik op het maatschappelijke probleem en de besluitvorming. Open-mindedness van het senior management heeft dan ook een positief effect op transformationeel leiderschap, zo blijkt uit onderzoek van Tilburg University.

Volgens MIT-docent Otto Scharmer is ruimdenkendheid zelfs te leren. Door met nieuwsgierigheid en compassie een gesprek aan te gaan, kunnen senior managers loskomen van hun aannames, twijfels en angst. Dan ontstaat iets nieuws, namelijk de verandering – en in dit geval de verschuiving van een winstgericht naar een maatschappelijk bedrijf.

Belangrijk is wel dat zij hun weerstand opzoeken, de ongemakkelijkheid en hun kwetsbaarheid. De senior manager die beschikt over externe sociale netwerken en openstaat voor de informatie die daaruit voortvloeit – denk aan activisten – zal beter voorbereid zijn dan zijn concurrent.

Luisteren naar de werknemers

Luister dan ook eens naar de werknemers, stelt het Sociaal Cultureel Planbureau in een notitie waarin het oplossingen noemt voor de toch al veel te krappe arbeidsmarkt. Voor de gemiddelde raad van bestuur zal dit wat soft in de oren klinken, maar door de medewerkers mee te nemen in de besluitvorming zullen ze minder snel opstappen als het besluit hen niet zo gunstig stemt.

Door naar hen te luisteren en de kennis mee te nemen in de besluitvorming, ontstaat bovendien een besluit dat beter is afgewogen en waarbij meer belangen worden meegenomen.

Dit zal de leider zeker af en toe in een spagaat brengen, tussen belangen van medewerkers, maatschappij en aandeelhouder. Uiteindelijk gaat het iedereen om hetzelfde doel. Zonder medewerkers en een ESG-arm-beleid geen positief resultaat. Dat zullen de aandeelhouders zeker niet waarderen.